Longkanker Informatiecentrum

TEKSTFRAGMENT :

Hoe nu verder?
“De operatie is geslaagd! U mag naar huis.” De chirurg drukt Yvonne nog eens ferm de hand. Yvonne is blij. Naar huis, het leven weer oppakken. Eenmaal thuis, blijkt dat helemaal niet zo goed te lukken. Yvonne is vreselijk moe, uitgeput, kan nauwelijks haar armen optillen, heeft pijn en last van benauwdheid. Het duurt al maanden. Ze komt er niet goed uit. Hoe nu verder? Een longrevalidatie zou Yvonne kunnen helpen.

Het universitair Longcentrum Dekkerswald in Groesbeek heeft sinds 2005 een revalidatie voor longkankerpatiënten die geopereerd zijn. “Op controles zagen we regelmatig patiënten die na een operatie nog lang met allerlei klachten rondliepen”, vertelt longarts Miep van der Drift. Dat zijn problemen van lichamelijke aard, maar ook problemen in het dagelijks leven thuis, op het werk en in andere situaties. Het lukt ze niet of heel moeizaam hun leven weer op orde te krijgen. Er is natuurlijk in korte tijd ontzettend veel gebeurd; verschillende onderzoeken, een vreselijke diagnose, een zware operatie. Pas thuis gaan ze nadenken over wat ze is overkomen. Ze hebben longkanker gehad, maar komt het terug? Kunnen ze weer werken? Ze voelen pijn, ze durven zich niet goed te bewegen, hebben angst, worden depressief.” Dat overkwam Yvonne ook. Werken kan ze nog steeds niet, te vermoeiend. Afspraken zegt ze regelmatig af. De omgeving vindt dat vreemd, ze is toch weer beter? Roeien, haar grootste hobby, denkt ze maar niet meer aan. Ze zit in een negatieve spiraal.

“En natuurlijk vertel je mensen op de poli dat ze moeten blijven bewegen, hun grenzen opzoeken, niet erover heen gaan”, vervolgt de longarts. “Maar patiënten weten in veel gevallen niet hoe dat moet. Als arts heb je daar ook geen handboek voor. Patiënten gaan dan thuis zelf een beetje aan de slag, soms met een fysiotherapeut. Maar vaak is dat niet genoeg. Te veel pijn of benauwdheid kan bijvoorbeeld een rol spelen. Tijdens een longrevalidatie komen die problemen goed naar voren en wordt er direct wat mee gedaan.”

..., etcetera