Ontmoetingscentra

TEKSTFRAGMENT :

Interventiebeschrijving
Mensen met dementie wonen gedurende het grootste deel van hun ziekteproces thuis. Dit betekent dat mantelzorgers; de partner, familie of vrienden, een langdurige rol spelen in de zorg voor mensen met dementie. Mantelzorgers ervaren deze zorgtaak als (te) zwaar en voelen zich vaak ernstig belast. Ze hebben het gevoel er alleen voor te staan. Zowel mantelzorgers als hun naasten met dementie, hebben ondersteuning nodig om deze ingrijpende ziekte beter en langer thuis vol te kunnen houden.

De afgelopen decennia zijn er verschillende ondersteuningsvormen voor mensen met dementie en hun mantelzorgers opgezet. Er zijn onder andere dagbehandelingen, gespreksgroepen, Alzheimercafés en steunpunten Mantelzorg. Hoewel deze initiatieven zijn toe te juichen is er een erg versnipperd aanbod ontstaan van veel verschillende instanties. Zowel professionele zorgverleners als cliënten zien vaak door de bomen het bos niet meer. Bovendien zijn de activiteiten vaak niet op elkaar afgestemd, brengen deze te weinig verlichting en zijn ze ofwel op de persoon met dementie ofwel op de mantelzorger gericht (Dröes & Breebaart, 1994; Dröes e.a., 2003; Dröes & Ganzewinkel, 2005; Dröes, 2010).

Gevolgen
Gedragsproblemen van de naaste met dementie, blijken voor de mantelzorger het meest belastend. (Van der Lee e.a., 2014). Het slecht, of niet meer aankunnen, van de zorg kan leiden tot stress en zelfs tot psychische problemen bij de meest betrokken familieleden. Veel mantelzorgers klagen over eenzaamheid. Met name in de gevorderde stadia van dementie heeft de naaste met dementie zoveel verzorging nodig dat de mantelzorger geen tijd meer heeft voor sociale contacten en sterk gebonden is aan huis.

Daarnaast ontstaan er problemen door de rolveranderingen, zoals omkering van de rollen tussen partners of omgekeerd ouderschap (Dröes & Breebaart, 1994; Dröes, 2010).
Het ontbreken van een afgestemd ondersteuningsprogramma voor de persoon met dementie en de mantelzorger kan leiden tot meer emotionele, sociale en cognitieve problemen. En daarmee mogelijk tot (vroegtijdige) opname in een verpleeghuis (Dröes & Breebaart, 1994; Dröes e.a, 2003; Smits e.a., 2007).

Uiteindelijke doelgroep
Het ondersteuningsprogramma in Ontmoetingscentra is bedoeld voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorger. Het gaat daarbij om mensen met een lichte tot matig ernstige vorm van dementie die (nog) kunnen functioneren in de setting van een buurt- of ouderencentrum en hieraan enig plezier kunnen beleven (Dröes & Breebaart, 1994).

..., etcetera